Dutch » German

Translations for „aanzien“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

aan·zien1 [anzin] N nt geen pl

aan·zien2 <zag aan, h. aangezien> [anzin] VB trans

1. aanzien (kijken naar):

aanzien
het schouwspel aanzien
iem uit de hoogte aanzien
naar het zich laat aanzien

2. aanzien (beschouwen):

aanzien
aanzien
aanzien
iem voor een ander aanzien

3. aanzien (waarderen):

aanzien
aanzien
iem om zijn geld aanzien

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski