Dutch » German

Translations for „leggen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

leg·gen <legde, h. gelegd> [lɛɣə(n)] VB trans

2. leggen:

leggen ((een ei) voortbrengen)
leggen (vissen, kikkers e.d.)

3. leggen:

leggen (aanbrengen, plaatsen)
leggen (leidingen, rails ook)
iem de kaart leggen
een kabel leggen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski