Dutch » German

Translations for „overblijven“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

over·blij·ven <bleef over, i. overgebleven> [ovərblɛivə(n)] VB intr

1. overblijven (blijven bestaan, resteren):

overblijven

2. overblijven (ongetrouwd blijven):

overblijven
overblijven

3. overblijven (nog te doen):

overblijven

5. overblijven (schoolblijven als straf):

overblijven
overblijven

6. overblijven (logeren):

overblijven

7. overblijven plantk.:

overblijven

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski