Dutch » German

Translations for „vloeien“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

vloei·en <vloeide, h./i. gevloeid> [vlujə(n)] VB intr

1. vloeien (stromen):

vloeien
vloeien

2. vloeien (uitstromen):

vloeien

3. vloeien (soepel lopen; goed vloeibaar zijn):

vloeien
in elkaar vloeien

4. vloeien (vaginaal bloeden):

vloeien
in de kas vloeien

Usage examples with vloeien

in de kas vloeien
in elkaar vloeien

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski