Dutch » German

Translations for „toneel“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

to·neel <to|nelen> [tonel] N nt

2. toneel theat. (deel van een bedrijf):

toneel
Szene f
toneel

5. toneel (plaats waar iets voorvalt):

toneel
het politieke toneel

6. toneel (komedie):

toneel
Theater nt kein pl
toneel
toneel
Schau f inf
dat is allemaal toneel!

7. toneel (spel):

toneel
Theater nt kein pl
experimenteel toneel

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski