Translations for „Auge“ in the German » Dutch Dictionary

Auge

oog nt

die Augen abwenden

de blik afwenden

jdm etw an [o. von ] den Augen ablesen/absehen

iets in iems ogen lezen/zien

auf einem Auge blind sein

aan één oog blind zijn

Tomaten auf den Augen haben

stront in zijn ogen hebben

ein Auge auf jdn haben

een oogje op iem hebben

ein Auge auf jdn haben

een oogje in het zeil houden

die Augen aufmachen [o. aufsperren ] [o. auftun ] inf

uit zijn ogen [o. doppen] kijken

geh mir aus den Augen!

(ga) uit mijn ogen!

jdn mit großen Augen ansehen

iem met grote ogen aankijken

ihr schaut der Schalk aus den Augen

de schalksheid [o. schalkachtigheid] straalt uit haar ogen

sich die Augen nach jdm/etw aus (dem Kopf) sehen [o. schauen] inf

voortdurend op de uitkijk naar iem/iets staan

wo hattest du denn deine Augen?

jij had je ogen zeker in je zak?

ein Auge für etw haben

oog voor iets hebben

das geistige [o. innere ] Auge

het geestesoog

die Augen gingen ihm über liter

zijn ogen schoten vol tranen

die Augen gingen ihm über liter

daar stond hij van te kijken

die Augen offen haben [o. halten ]

zijn ogen de kost geven

ich habe hinten keine Augen inf

ik heb geen ogen in [o. op] mijn rug

etw im Auge haben

iets in zijn oog hebben

etw im Auge haben fig

iets op het oog hebben

etw/jdn im Auge behalten [o. haben] (beobachten)

iets/iem in het oog [o. de gaten] houden

jdm nicht das Weiße im Auge gönnen

iem het licht in de ogen niet gunnen

jdm Sand in die Augen streuen

iem zand in de ogen strooien

etw ins Auge fassen (sich vormerken)

iets gadeslaan

etw ins Auge fassen (sich vormerken)

iets op het oog hebben

jdn ins Auge fassen

het oog op iem hebben

jdn ins Auge fassen

iem gadeslaan

jdn ins Auge fassen

iem op het oog hebben

jdn ins Auge fassen

het oog op iem laten vallen

der Gefahr ins Auge blicken [o. sehen]

het gevaar onder ogen zien

das hätte ins Auge gehen können inf

dat had verkeerd kunnen aflopen

das fällt/springt (mir) ins Auge [o. in die Augen]

dat valt/springt (mij) in het oog

kleine Augen machen inf

kleine oogjes hebben

kleine Augen machen inf

moe zijn

ein künstliches Auge

een kunstoog

(große) Augen machen inf

grote ogen opzetten

mit offenen Augen schlafen inf

zijn ogen in zijn zak hebben

mit offenen Augen schlafen inf

lodderogen

mit einem blauen Auge davonkommen inf

er redelijk goed afkomen

mit offenen Augen durch die Welt gehen

zijn ogen niet in zijn zak hebben

mit bloßem [o. nacktem]/unbewaffnetem Auge

met het blote/ongewapend oog

mit einem lachenden und einem weinenden Auge

met een lach en een traan

ein Auge riskieren inf

een kijkje wagen

scharfe Augen haben

scherpe [o. goede] ogen hebben

scharfe Augen haben

de kleinste fout opmerken

sehenden Auges ins Unglück rennen

met open ogen zijn ongeluk tegemoet lopen

ein sicheres Auge haben

trefzeker zijn

da bleibt kein Auge trocken inf

iedereen begint te huilen

da bleibt kein Auge trocken inf

iedereen lacht tranen

da bleibt kein Auge trocken inf

niemand blijft daarvan verschoond

Auge um Auge, Zahn um Zahn

oog om oog en tand om tand

(dunkle) Ringe um die Augen haben

kringen onder de ogen hebben

ganz Auge (und Ohr) sein inf

één en al aandacht zijn

jdm unter die Augen kommen

iem onder ogen komen

jdm unter die Augen treten

iem onder ogen komen

jdm verliebte Augen machen inf

iem verliefd aankijken

jdm verliebte Augen machen inf

iem verliefde blikken toewerpen

es fällt mir wie Schuppen von den Augen inf fig

de schellen vallen mij van de ogen

ich halte mir das vor Augen

ik houd dat voor ogen

jdm etw vor Augen führen

iem iets onder het oog brengen

jdm etw vor Augen führen

iem iets duidelijk maken

jdm etw vor Augen halten [o. stellen]

iem iets onder het oog brengen

jdm etw vor Augen halten [o. stellen]

iem iets duidelijk maken

seine Figur schwebt [o. steht] mir (klar) vor (den) Augen

zijn figuur staat mij (duidelijk) voor ogen

Augen machen wie ein (ab)gestochenes Kalb inf

met schelvisogen staan te kijken

ein Auge [o. beide Augen] zudrücken inf

een oogje dichtknijpen [o. toeknijpen]

ein Auge [o. beide Augen] zudrücken inf

iets oogluikend toelaten

das Auge des Gesetzes hum

de sterke arm

das Auge des Gesetzes hum

de politie

aus den Augen, aus dem Sinn prov

uit het oog, uit het hart

vier Augen sehen mehr als zwei prov

vier ogen zien meer dan twee